Berichten over KWF Kankerbestrijding

Voortgestuwd door de beat die door de speakers knalt, pers je er een laatste eindsprint uit, richting de boog van de finish. Je longen branden, je benen zijn verzuurd, het zweet gutst van je voorhoofd. Het publiek juicht je toe. Op de streep gooi je je armen in de lucht: het is gelukt. Een persoonlijke overwinning, die ook nog eens geld opgebracht heeft.

De deurbel gaat. Wanneer je opendoet staat er iemand met een vriendelijke blik en een collectebus. Je besluit dat je iets wilt doneren. Wat pak je er dan anno 2022 bij: je portemonnee met kleingeld of je telefoon? Na de pandemie, die afstand en isolatie bracht, houdt die vraag de collecterende goede doelen extra bezig. Hoe ziet de toekomst van de collecte eruit? Drie goede doelen delen hun visie op de bewegingen in het collectelandschap. Drie verschillende organisaties, met drie andere conclusies.

Soms blijken mensen anders te zijn dan ze zich in eerste instantie voordoen. Zo hebben we allemaal inmiddels gezien dat achter de filantropische façade die Sywert van Lienden heet een miljoenenbusiness schuilgaat.

De collecteopbrengst van de 25 landelijk collecterende goede doelen viel door de coronacrisis 36,2 procent lager uit in vergelijking met 2019. Dat blijkt uit een rondvraag van het Vakblad fondsenwerving onder de non-profit-organisaties die in 2020 een nationale collecteweek hadden gepland. Gezamenlijk haalden de goede doelen ruim 13,2 miljoen euro minder op dan het jaar ervoor, toen de organisatoren geen rekening hoefden te houden met beperkende maatregelen. Vooral de organisaties die tussen maart en juni 2020 langs de deuren gingen, liepen veel inkomsten mis. 

In dit Vakblad zetten we graag de fondsenwervers centraal, met persoonlijke verhalen over wat hen beweegt, waarom ze dit werk doen en hun organisatie kozen. Elk nummer spreken we een fondsenwerver over het vak en het eigen geefgedrag. Deze maand: Gerda Polderman, Product Manager, bij KWF Kankerbestrijding.

Goede doelen doen hun best alles zo mooi mogelijk voor te stellen. Men is ook altijd bezig uit te leggen dat er ‘zo weinig mogelijk kosten gemaakt worden en dat er zoveel mogelijk aan de doelstelling wordt besteed.’ Alsof er iets mis is met het maken van kosten. En over hun fouten willen ze liever niet praten. Het lijkt wel alsof ze een beetje bang zijn voor de pers en vooral voor negatieve publiciteit.